ZEEUWS-VLAANDEREN: 2 KANTTEKENINGEN

Nederland heeft in het verleden alles uit de kast gehaald om Zeeuws Vlaanderen bij het Nederlandse grondgebied te behouden. Het huidige Nederland staat bij Zeeuws-Vlaanderen in het krijt. Een gelijke behandeling van Zeeuws Vlaanderen met overig Nederland is geen overdreven eis.

 

Kanttekening 1:      (ON)GELIJKE BEHANDELING NU

In de 80-jarige oorlog heeft de toenmalige Republiek er verwoede krijgsinspanningen voor over gehad om noordelijk  Vlaanderen te veroveren en als Staats-Vlaanderen te behouden. Opnieuw in 1830-1839 en 1919 heeft Nederland kosten noch moeite gespaard om Zeeuws-Vlaanderen voor Nederland te behouden. Nederland is nu van Retranchement tot Roodeschool een economische eenheid, waar idealiter lasten en lusten gelijkelijk worden verdeeld.

Volkenrechtelijk valt Zeeuws Vlaanderen volledig onder Nederlandse soevereiniteit. Op de Westerschelde daarentegen is de Nederlandse soevereiniteit danig ingeperkt door de vrije vaart naar en van Belgische havens, een servituut, een onwrikbaar recht van overpad.

Op grond van het gelijkheidsbeginsel, samenhangend met Artikel 1 van de Neder-landse Grondwet, dienen alle inwoners van Nederland in gelijke gevallen gelijk behandeld te worden. De praktijk is echter, dat inwoners én bezoekers van Zeeuws Vlaanderen, automobilisten, fietsers en voetgangers systematisch gediscrimineerd worden door de tol van de voor Zeeland belangrijke Westerscheldetunnel, de tarieven van het voetveer Breskens-Vlissingen v.v. én de tol van de voor verbinding met Nederland belangrijke Liefkenshoektunnel.

Behalve een kleine tunnelpassage bij Dordrecht zijn verder alle tunnelpassages in Nederland tolvrij.  Kort door de bocht misschien, tunnels dienen met tunnels vergeleken te worden. Er is dus sprake van ongelijke behandeling, die niet valt uit te leggen.

De Westerscheldetunnel, alsook het huidige fiets-voetveer, hadden ooit ook uit de openbare middelen gefinancierd moeten worden. Die omissie kan nog altijd door de Nederlandse overheid met terugwerkende kracht ongedaan gemaakt worden.

Voor de tolbetaling aan de Liefkenshoektunnel (op zich een Vlaams/Belgische aangelegenheid) zijn er tal van oplossingen denkbaar: bijvoorbeeld aparte NL-poortjes voor bewoners én bezoekers met NL-kentekenplaten, waarvoor de factuur naar Den Haag verzonden dient te worden.

Als Nederland in het verleden zoveel moeite heeft gedaan om Zeeuws-Vlaanderen als Nederlands grondgebied te creëren, heeft Nederland als economische eenheid ook een onwrikbare ‘zorgplicht’ voor dit excentrisch gelegen gebied, zijn bewoners en zijn bezoekers:

  • a)eerlijk delen van lasten en lusten, dus geen tol- en veertarieven meer, maar financiering uit de algemene middelen;
  • b)opkomen en alert zorgdragen voor goede vormen van allerhande transit-faciliteiten (onwrikbaar recht van overpad) doorheen Vlaanderen van en naar overig Nederland: naar/van Bergen op Zoom, Breda, Eindhoven en Maastricht). Vergelijk faciliteiten voor exclaves als Baarle-Hertog, Kaliningrad en vroeger West-Berlijn.
Kanttekening 2:      ERESCHULD/ERFSCHULD

De vorming van Staats-Vlaanderen en later Zeeuws-Vlaanderen heeft bijzonder weinig gestrookt met de eigen belangen van het gebied en zijn bewoners, maar is vooral ten goede gekomen van de Randstad-avant-la-lettre. De talloze oorlogen die hier en in het latere Belgie (het slagveld van Europa) werden uitgevochten inclusief  periodieke inundaties (de ‘Hedwigepolder’ is een wrange actuele echo) dienden de belangen van de de internationale koopvaardijhavens Middelburg en vooral Amsterdam. Daar in de Gouden Eeuw heeft eeuwenlang geen oorlogsgeweld geheerst, des te meer in Staats-Vlaanderen en Staats-Brabant, een vergelijkbare militaire buffer. De IJzeren Eeuwen van die twee Generaliteitslanden hebben de Gouden Eeuw van de Republiek dus mede mogelijk gemaakt. Deze keerzijde van de Gouden Eeuw mag/moet meer voor het voetlicht komen, zoals inmiddels ook gebeurt met een andere keerzijde: de lucratieve slavenhandel.

In zekere zin is het echt niet overdreven om te stellen, dat het huidige Nederland bij Zeeuws-Vlaanderen in het krijt staat. Er is nog iets goed te maken. Dan is op zijn minst een gelijke behandeling van Zeeuws-Vlaanderen met overig Nederland geen overdreven eis.

In het licht van alle eeuwenlange krijgs- en inundatie-ellende ten faveure van Nederland lijken met name de twee toltunnels en het dure fiets-voetveer echter stank voor dank.

Sans rancune: Randstad(-kabinet), doe er wat aan!

Rudi Dercks

Sint Jansteen, 31 maart 2020